Van appel tot hete bliksem
Oorspronkelijk komt de appel hier helemaal niet vandaan, de voorouders van onze huidige Elstarren en Jonagolds zijn een wilde appelsoort (de Malus sieversii) die groeide in de wilde appelbossen van het Hemelse Gebergte in Kazachstan. Daar vandaan reisde de appel via de verschillende handelsroutes en bereikte ze uiteindelijk ons land en de rest van West Europa.
Jarenlang kenden we in Nederland vele verschillende soorten appels, zure, zoete, om uit de hand te eten en voor het gebruik in de keuken. Elk ras kende haar eigen smaak, structuur en kwaliteit, alle appels waren uitsluitend afkomstig van hoogstamteelt. In veel gevallen stonden de fruitbomen in weilanden waar het vee onder kon grazen. Inmiddels zijn deze oude appelrassen nagenoeg verdwenen uit de groentewinkels en in de supermarkt hoef je er al helemaal niet naar op zoek te gaan. Gelukkig vind je ze op biologische boerenmarkten nog wel.
Zo kocht ik afgelopen vrijdag, bij de kraam van ’t Aailand op de biologische markt in Den Bosch, een zak vol met heerlijke lemoen appels, een oud Brabantse sappige, matig zure appel en zeer aromatisch van smaak. Deze hoogstam appel smaakt heerlijk uit de hand maar ook in de keuken doet ie het goed, in de appeltaart met wat geraspte citroenschil of in de hete bliksem. Misschien kent u dat gerecht nog, het is een oud Nederlands stamppot-gerecht dat bestaat uit aardappel, zure appels, zoete appels en uien. De hete bliksem wordt meestal opdient met bloedworst of gebakken spek. Ik verzorg regelmatig kookworkshops binnen instellingen waar mensen met dementie wonen en daar wordt dit gerecht met heel veel smaak gemaakt en gegeten. We maken er zelf slavinken bij. De combinatie van de friszoete stamppot en de zoutige slavink is precies goed en nodigt de mensen bijna altijd uit nog een keer op te scheppen. Pas wel op bij het eten want de gekookte appelen zijn gloeiend heet!
Voor het recept van de hete bliksem klik hier!