De kracht van zuur
Wat is jouw favoriete smaak? Waarschijnlijk kies je tussen zoet en zout. En dat is niet zo raar. Zoet en zout zijn de smaken die we van oudsher het meest waarderen. Toen de mens zijn eten nog verzamelde, bepaalde hij aan de hand van zijn smaak of het eten nuttige stoffen bevatte. Zo zorgde zoet fruit voor energie en zout had het lichaam nodig om te kunnen overleven. Niet zo gek dus dat we ook nu nog dol zijn op zoute chips en zoete chocolade.
De smaken zuur en bitter zijn veel minder favoriet. Beide hebben de naam dat je ze in de loop van je leven moet leren waarderen. Van bitter weten we dat het in vroeger tijden kon duiden op een giftig product. Zuur kon betekenen dat de appel niet rijp was en voor buikpijn kon zorgen, verder bevatte het geen essentiële voedingsstoffen en was daarom niet noodzakelijk voor overleving.
Best logisch dus dat we ons, bij het samenstellen van maaltijd, veel bezig houden met de smaken zoet en hartig. Toch wil ik vandaag een lans breken voor het gebruik van de smaak zuur.
Zuur heeft namelijk een paar hele nuttige eigenschappen die ervoor kunnen zorgen dat mensen die zorgafhankelijk zijn meer eetplezier ervaren. De smaak zuur pept je op, je staat even op scherp. Mensen die neigen naar apathie kun je met een glaasje sinaasappelsap voor het eten wat alerter maken. Voordeel daarvan is dat je beter slikt als je goed wakker bent.
Daarnaast stimuleert zuur de speekselaanmaak en juist speeksel is heb je nodig om je eten goed te kunnen proeven. Zet dus bij nasi een pot atjar op tafel, bij stamppot piccalilly, serveer je een gehaktbal kies dan voor een lekkere mosterd en maak regelmatig een schaal Hollandse zoetzure komkommersalade. Zo maak je op eenvoudige wijze de maaltijd net iets prikkelender en veel lekkerder.
Verschenen als column in Uitblinkers van Gastvrijheid in de Zorg van november 2024.