Kaaskop
De Nederlandse kaasmakerij kent een rijke historie. Duizenden jaren geleden werd er al kaas gemaakt. Aanvankelijk vooral in Noord- en Zuid-Holland en Friesland; de bodem was in die streken bijzonder geschikt voor het houden van melkkoeien. Melk was maar kort houdbaar, kaas veel langer. Vanaf de Middeleeuwen werden de Nederlandse kazen al naar het buitenland verscheept en kreeg Nederland haar bijnaam als ‘kaasland’.
Tegenwoordig wordt ook in de overige delen van Nederland met succes kaas gemaakt. Zo ben ik zelf fan van de kaas van Jan Bastiaansen, biologisch kaasmaker uit Molenschot. Met plezier ga ik elke vrijdag naar de boerenmarkt in Den Bosch om kaas te kopen bij dochter Katja Bastiaansen. Een ons of acht jong-belegen gaat altijd mee naar huis en met regelmaat een stukje overheerlijke blauwschimmelkaas met natuurkorst, een door de oprichter Jan Bastiaansen ontwikkelde kaas die een combinatie is van de Hollandse Goudse met de Franse Roquefortschimmel. Dat ik niet de enige fan ben van deze kaas is duidelijk: dit jaar won ze goud in Engeland tijdens de grootste internationale kaascompetitie ter wereld.
Ik ben een heuse kaaskop en dat ook in mijn smaakgeheugen de smaak van kaas verankert zit, merkte ik deze zomervakantie. Na afloop van een vijf weken durende reis met mijn gezin door de wonderschone natuur van Costa Rica wilde ik maar één ding. Ik belegde mijn eerste verse bruine boterham met roomboter en jong belegen boerenkaas, nam een hap en proefde dat ik thuis was.
Bekijk ook: veldsla met peer, noten en blauwe kaas.
Ik ben één van de bevriende koks van Lekkers uit Brabant, katern in de vrijdagkrant van het Brabants Dagblad.