Vakantie-oogst
Ik ben al vele jaren een fervent bramenplukker. Dat begon tijdens mijn jeugd, op zomervakantie in Midden Frankrijk plukten mijn zus en ik tassen vol rijpe zwarte bramen die mijn moeder in zo’n koperen jam-pan tot zalige jam transformeerde. Tientallen potten, meer dan genoeg voor de rest van het jaar, gingen mee terug naar Nederland.
Bekijk hier het recept van mijn bramenjam.
Siroop
Inmiddels heb ik ook de vlier ontdekt en deze boom heeft een dubbel functie. Van de bloesems maak je in mei in een handomdraai de lekkerste, bloemigste siroop die je ooit hebt geproefd. En een paar maanden later, aan het begin van de herfst, pluk je de bessen waar je een heerlijk kruidige gelei van kunt maken.
Aan paddenstoelen waag ik me niet. Hoewel je met een dosis basiskennis en een stel goede determinatiegidsen in principe de giftige van de eetbare zwammen kunt onderscheiden. Ik vind het risico te groot. Met eetbaar groen houd ik me evenmin bezig, ik kan de lustig groeiende pluksla uit mijn moestuin al bijna niet bij-eten, laat staan dat ik de bermen in duik voor een wilde soortgenoot.
Kilo’s frambozen
Mijn topervaring op wild fruit gebied beleefde ik twee jaar geleden tijdens onze vakantie in Zweden en Denemarken. We verbleven op een Zweedse camping aan een prachtige rivier en opeens ontwaarde ik struiken vol met rijpe rode frambozen, kilo’s en kilo’s hingen er te wachten. We aten ze als ontbijt en als toetje, ik maakte er jam van en puur frambozensap. De week erna trokken we verder naar Denemarken en sliepen in een hut midden in het bos. En wat groeide er naast die hut? Bosbessen, overal rijpe bosbessen!
Afgelopen week vond ik tijdens een wandeling in Limburg de eerste rijpe, nog iets zurige, zwarte bramen. Ik realiseer me nu dat ik simpelweg het meeste plezier haal uit een schaal met wild geplukt fruit, dat vind ik zo’n rijkdom.
Dit artikel verscheen op 15-7-2016 in het Brabants Dagblad.