Schoenlapperstaart
Deze taart wordt al eeuwen lang gebakken, de oorsprong van het recept terug gaat tot in de Gouden eeuw. De naam “schoenlapper” blijkt de taart uitsluitend te danken te hebben aan haar uiterlijk, t’is net een ouwe zool.
Ingrediënten voor 2 ringvormen van 24 Ø:
- 1.5 kg jonagolds
- 125 gram boter
- 1 dl witte wijn
- 2 tl kaneel
- 1 citroen, rasp en sap
- 1 rol beschuit
- 8 eieren, gesplitst
- 125 gram suiker
- paneermeel
Bereiding:
- Verwarm de oven voor op 170 graden.
- Kook van de appels, wijn, boter, kaneel, citroensap- en -rasp een grove moes. Laat hem iets afkoelen.
- Klop de eidooiers met de suiker tot een lichtgele dikke massa.
- Breek de beschuiten tot grof kruim, niet te fijn en voeg deze toe aan de geklopte dooiers met suiker.
- Voeg nu de appelmoes toe.
- Klop de eiwitten stijf en spatel deze door de massa.
- Vet beide vormen in met boter en bestuif deze met paneermeel.
- Verdeel de massa over de twee springvormen en bestrooi ze met paneermeel.
- Bak de taarten in 50 minuten gaar.
- Laat ze 10 minuten afkoelen en verwijder dan de ring en laat ze verder afkoelen.
Ik vind deze taart het lekkerst wanneer hij op kamertemperatuur gegeten wordt.